Jarenlang beoefende ik de allermooiste teamsport die er is: rugby. Bijna per ongeluk erin gerold tijdens mijn studie, hoorde ik bij de eerste generatie vrouwelijke rugbyers.
We ondervonden in de beginjaren veel weerstand. Meerdere keren maakten we mee dat er mannen in bh het veld op kwamen rennen tijdens de wedstrijd. In Wales werd een van onze speelsters keihard uitgelachen toen ze haar been brak.
Maar we hielden vol, en wisten relatief snel openlijk steun te krijgen van mannelijke toprugbyers die herkenden dat de passie voor de sport bij de vrouwen net zo groot was als bij hen.
Voor de lol speelden wij met onze club jaarlijks een gemengde vriendschappelijk wedstrijd tegen Antwerpen. In deze wedstrijden stond ik in de scrum tussen mannen van ca. 110 kg. Dit was een groot verschil met de dames van 70kg, waar ik normaal tussen stond.
Met deze ervaring is het dus niet vreemd dat ik de volgende uitspraak van de NOC-NSF nog steeds niet begrijp:
De traditie in de sport om vrouwen en mannen te scheiden, is vooral gebaseerd op overtuigingen en ideologieën over wat het betekent om een man of een vrouw te zijn, niet op wetenschappelijk gevalideerd onderzoek.
Geen rationeel mens zal denken dat het erkennen van het verschil tussen 110 kg en 70 kg, iets te maken heeft met “overtuiging of ideologie”.
Foto: The Tets vs The Bassets
World Rugby was een van de eerste grote sportbonden die de problemen rondom trans identificerende mannen (TIMs) zag ontstaan en begreep dat ze hier een goed beargumenteerd antwoord op moesten hebben. Na het bestuderen van de vele beschikbare wetenschappelijke onderzoeken die de fysiologie van mannen en vrouwen met elkaar vergelijken, (en die de NOC NSF blijkbaar over het hoofd zag), kwam World Rugby met de volgende conclusie:
Biologische voordelen van testosteron
- Aanzienlijke toename van de totale lichaamsmassa
- Aanzienlijke toename van de vetvrije/spiermassa en spierdichtheid
- Vermindering van de lichaamsvetmassa, verbetering van de kracht en de verhouding tussen vermogen en gewicht
- Verhoogde hoogte, veranderde afmetingen van belangrijke hefbomen, grotere botdichtheid
- Verhoogde hemoglobinewaarden
- Grotere hart- en longgrootte
Resulterende prestatieverschillen
- Aanzienlijk grotere kracht (tussen 50% en 60% procent op volwassen leeftijd, met relatief grotere kracht van het bovenlichaam)
- Aanzienlijke snelheidsvoordelen (tussen 10% en 15% over verschillende looptijden)
- Groter vermogen om kracht te produceren (voordelen tussen 30% en 40% bij explosieve bewegingsmogelijkheden)
- Sterkte-tot-gewicht en vermogen-tot-gewicht voordelen (zelfs na aanpassing voor massa, lengte en vergelijkbaar prestatieniveau (elite, ongetraind enz.), hebben mannen een krachtvoordeel van 30-40%)
Wat gebeurt er als testosteron onderdrukt wordt, zoals bij veel TIMs gebeurt? Is dit voldoende om de verschillen, en daarbij behorende risico’s op blessures, tussen mannen en vrouwen te laten verdwijnen?
Nee dus. World Rugby trekt de volgende conclusie:
Onderzoek spreekt dit tegen en toont consequent aan dat de totale massa, spiermassa en/of kracht met maximaal 5% tot 10% worden verminderd wanneer testosteron wordt onderdrukt tot niveaus in het vrouwelijke bereik, gedurende een periode van 12 maanden. … Gegeven dat het typische mannelijke versus vrouwelijke voordeel in de hierboven beschreven biologische variabelen en dus prestatieresultaten varieert van 30% tot 100%, blijft een substantieel en belangrijk voordeel behouden, zelfs na onderdrukking van testosteron. Dit heeft gevolgen voor de prestaties, gezien het voorkomen van contact en botsingen, snelheid, krachtproductie en kracht bij rugby.
Het is niet geloofwaardig dat Nederlandse onderzoekers die de NOC-NSF ingeschakeld heeft, niet op de hoogte zijn van de onderzoeken waarop bovenstaande cijfers gebaseerd zijn. Waar Rugby aan de hand van deze cijfers, concludeerde dat de veiligheid van vrouwelijke sporters belangrijker is dan de wens van TIMs om met de vrouwen mee te spelen, komen de onderzoekers hier, tot de omgekeerde conclusie.
Daarmee blijken het juist de schrijvers van de “Handreiking gender- en seksediverse personen” te zijn, die redeneren vanuit “overtuigingen en ideologieën”.
Wie zijn deze onderzoekers, die bereid zijn de eerlijkheid en veiligheid van de vrouwensport, op te offeren aan “inclusiviteit”? De betrokken onderzoekers Åsa Ekvall, en Sandra Meeuwsen hebben respectievelijk een Master in contemporaine Afrikaanse Geschiedenis en een Master in filosofie. De vraag is waarom NOC-NSF alleen onderzoekers uit het sociale domein inhuurt wanneer het fysieke aspect van sport zo overduidelijk belangrijk is?
Iedereen kan zien dat de fysieke verschillen tussen mannen en vrouwen aanzienlijk zijn. Dat maakt de vrouwensport niet minder waardevol. Juist meisjes en vrouwen hebben baat bij sporten. Het vergroot hun zelfvertrouwen en lichaamsbewustzijn. Vrouwelijke sporthelden als Femke Bol en Lieke Martens zijn een grote inspiratie voor duizenden meisjes en jonge vrouwen.
De NOC-NSF is klaarblijkelijk bereid de brede vrouwensport op te offeren om tegemoet te komen aan de wens van een kleine groep trans identificerende jongens en mannen. Hun wens om inclusief te zijn is begrijpelijk, maar heeft tot gevolg dat zij een veel grotere groep buitensluiten. Dit is geen overdrijving. Het toelaten van wat fysiek jongens en mannen zijn in de vrouwencompetitie, zal meisjes en vrouwen wegjagen. Zij stoppen niet alleen als TIMs toegang krijgen tot hun training en kleedkamer, maar ook als ze tegen TIMs moeten uitkomen. Een voetbalteam in Australië raakte bijvoorbeeld 23 speelsters kwijt nadat ze in de competitie uitkwamen tegen een team met trans identificerende spelers.
Om de impact van het NOC NSF beleid op waarde te kunnen schatten moeten we dan ook niet het aantal trans identificerende sporters tellen, maar juist de meisjes en vrouwen die vanwege hen gestopt zijn met sporten.
Maar hier horen we hen niet over, en het is ook moeilijk te tellen. De meisjes en vrouwen zeggen meestal stilletjes hun lidmaatschap op, ze willen niet uitgescholden worden voor “Transfoob”.
De journalist George MJ Perry, keek naar dit aspect en kwam tot het cijfer van 1565 mensen die direct en indirect getroffen waren door de deelname van 1 Trans Identificerende speler in de college volleybalcompetitie in de VS.
Extra zuur aan deze ontwikkeling is het feit dat de meeste vrouwencompetities ontstaan zijn door hard werken van vele vrouwen, die net zoals wij bij rugby, vaak niet met open armen werden ontvangen. Nu de competities volwassen worden en er zelfs hier en daar geld te verdienen is, komen de TIMs zoals Van Leuven bij het Darten, om met gemak de winst te pakken. Vrouwen die hiertegen protesteren werden door Van Leuven openlijk “toxische trutten’ genoemd, zonder dat de Dartbond hier bezwaar tegen maakte. Bij Golf werden de bezwaren van 275 professionele vrouwelijke golfers genegeerd, zodat een man de aanzienlijke prijzenpot kon pakken. Hij zei dat de vrouwen “harder moeten trainen”.
Cynisch kun je stellen dat er dus weinig voortuitgang geboekt is met betrekking tot vrouwenemancipatie in de sportwereld. Dit is onacceptabel. De vrouwencompetitie hoort voorbehouden te zijn aan meisjes en vrouwen. En dan heb ik het hier uiteraard over geslacht. Sporten doe je namelijk met je lijf, niet met je genderidentiteit.
Mogen trans identificerende mannen dan niet sporten? Natuurlijk wel, er zijn verschillende mogelijkheden, zelfs bij mijn sport: Rugby. Er is voor iedereen, (zelfs bejaarden), een mogelijkheid om die sport te beoefenen. Er zijn gemengde varianten waar ook TIMs aan mee kunnen doen zoals “Touch Rugby”. Mochten ze toch “full contact” willen spelen kan dat natuurlijk gewoon bij de herencompetitie. Als andere heren hier moeite mee hebben dan moeten die vooroordelen direct aangepakt worden. Ik voorspel dat dit niet vaak nodig zal zijn.
Foto: Touch Rugby Training
Leave a Reply